Problemen oplossen
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleegt u eerst de volgende algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt.
- Het probleem kan mogelijk worden opgelost door de camera eenmaal uit te schakelen.
- Als u geen relevante informatie kunt vinden, controleert u ook “Foutmeldingen” of de website van Nikon voor uw regio.
Voeding, scherm, instellingen
Opnamen maken
Weergave, bewerken
Televisies, printers, computers
Smart-apparaten, SnapBridge-app
Voeding, scherm, instellingen
De camera is ingeschakeld, maar reageert niet.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
De camera gaat zonder waarschuwing uit.
De monitor is leeg.
De camera wordt heet.
De geplaatste batterij kan niet worden opgeladen.
Het beeld op de monitor is niet goed te zien.
knippert op het scherm.
Datum en tijd van de opname zijn onjuist.
[Datumstempel] niet beschikbaar.
Het scherm voor het instellen van datum en tijd wordt weergegeven als de camera is ingeschakeld.
De standaard-waarden zijn hersteld.
Kan [Geheugenkaart form.] of [Geheug. formatteren] niet selecteren.
Sommige menuopties worden niet weergegeven.
De camera maakt een geluid.
De camera is ingeschakeld, maar reageert niet.
- Wacht totdat de opname beëindigd is.
- Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijdert u de batterij of batterijen en plaatst u deze terug. Bij gebruik van een lichtnetadapter koppelt u de lichtnetadapter los en sluit u deze weer aan.
Hoewel gegevens verloren gaan die momenteel worden opgenomen, worden gegevens die reeds opgenomen zijn niet beïnvloed als de stroombron wordt verwijderd of losgekoppeld.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
De batterij is leeg.
De batterij opladen, De batterij
De camera gaat zonder waarschuwing uit.
- De camera wordt automatisch uitgeschakeld om stroom te besparen (functie Automatisch uit).
De functie Automatisch uit - De camera en batterij werken mogelijk niet goed bij lage temperaturen.
De batterij - De binnenkant van de camera of de batterij is te warm geworden. Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld en probeer de camera dan weer in te schakelen.
De monitor is leeg.
- De camera staat uit.
Camera instellen - De batterij is leeg.
De batterij opladen, De batterij - De camera wordt automatisch uitgeschakeld om stroom te besparen (functie Automatisch uit).
De functie Automatisch uit - De camera is verbonden met een tv of computer.
- De camera maakt opnamen terwijl [Kies een stijl] is ingesteld op [Intervalfoto's maken].
- De camera maakt opnamen terwijl [Kies een stijl] is ingesteld op [Lichtsporen toevoegen].
De camera wordt heet.
De camera kan heet worden als deze lange tijd wordt gebruikt voor het opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op een hete locatie. Dit is geen storing.
De geplaatste batterij kan niet worden opgeladen.
- Controleer alle aansluitingen.
De batterij opladen - De camera wordt mogelijk om een van de hieronder beschreven redenen niet opgeladen als deze is verbonden met een computer.
- [Opladen via computer] is ingesteld op [Uit].
- Als de camera wordt uitgeschakeld, wordt het opladen gestopt.
- Het opladen van de batterij is niet mogelijk als de weergavetaal van de camera en de datum en tijd niet zijn ingesteld, of als de datum en tijd zijn gereset nadat de klokbatterij van de camera leeg was. Gebruik de lichtnetlaadadapter om de batterij op te laden.
- Het opladen van de batterij kan stoppen als de slaapstand van de computer ingeschakeld wordt.
- Afhankelijk van de specificaties, instellingen en status van de computer kan de batterij mogelijk niet worden opgeladen.
Het beeld op de monitor is niet goed te zien.
- Pas de [Helderheid] aan.
- De omgeving is te fel verlicht. Ga naar een donkerdere plek.
knippert op het scherm.
- De klok van de camera is niet ingesteld. Stel de datum en tijd in [Datum en tijd].
- Als de klok van de camera niet is ingesteld, worden foto's en films die worden opgeslagen voordat de klok wordt ingesteld respectievelijk van de datum “00/00/0000 00:00” en “01/01/2019 00:00” voorzien. De opnamedatum en tijd wordt niet weergegeven tijdens het afspelen.
Datum en tijd van de opname zijn onjuist.
Stel de datum en tijd in [Datum en tijd]. De klok van de camera is niet zo nauwkeurig als normale horloges of klokken. Vergelijk af en toe de tijd van de cameraklok met die van een nauwkeuriger uurwerk en stel de cameraklok zo nodig bij.
[Datumstempel] niet beschikbaar.
De klok van de camera is niet ingesteld. Stel de datum en tijd in [Datum en tijd].
Het scherm voor het instellen van datum en tijd wordt weergegeven als de camera is ingeschakeld.
De standaard-waarden zijn hersteld.
De klokbatterij is leeg; alle instellingen zijn teruggezet op de standaardwaarden. Configureer de instellingen voor de camera opnieuw.
De interne klokbatterij wordt gebruikt om de cameraklok van voeding te voorzien en bepaalde instellingen vast te houden. Het opladen van de batterij duurt ongeveer 10 uur wanneer u de batterij in de camera plaatst of de lichtnetadapter (afzonderlijk verkrijgbaar) aansluit op de camera en de klokbatterij werkt meerdere dagen door, zelfs nadat de camerabatterij is verwijderd.
Kan [Geheugenkaart form.] of [Geheug. formatteren] niet selecteren.
- U kunt niet formatteren terwijl de beeldvergrendeling is ingesteld. Schakel de beeldvergrendeling uit.
Verwijderen van beelden beperken (beeldvergrendeling) - Mogelijk kunt u deze instelling niet selecteren terwijl een draadloze verbinding actief is. Annuleer de draadloze verbinding.
Sommige menuopties worden niet weergegeven.
Sommige opties worden niet weergegeven afhankelijk van de instellingen van [Alle menuopties]. Wijzig de instellingen.
De camera maakt een geluid.
Afhankelijk van de instellingen maakt de camera mogelijk een hoorbaar geluid bij het scherpstellen.
Opnamen maken
Kan niet naar de opnamestand schakelen.
Kan geen foto's maken of films opnemen.
De camera kan niet scherpstellen.
Opnamen zijn onscherp.
Er worden heldere vlekken weergegeven in opnamen die zijn gemaakt met flitslicht.
Flitser treedt niet in werking.
Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
Geen geluid wanneer de sluiter ontspant.
AF-hulpverlichting licht niet op.
Opnamen zijn vlekkerig.
Kleuren zijn onnatuurlijk.
Er verschijnen willekeurige heldere pixels (“ruis”) in de foto.
Opnamen zijn te donker (onderbelicht).
Beelden zijn te licht (overbelicht).
Huidtinten worden niet verzacht.
Het opslaan van beelden kost tijd.
Er verschijnt een ringvormige strook of regenboogkleurige streep op het scherm of op beelden.
Kan niet naar de opnamestand schakelen.
Koppel de HDMI-kabel of USB-kabel los.
Kan geen foto's maken of films opnemen.
- Als de camera in de weergavestand staat, drukt u op de knop (opname/weergave), sluiterknop of knop ().
De camerabody - Als menu’s worden weergegeven, drukt u op de sluiterknop of de knop ().
De camerabody - Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt opgeladen. Wacht totdat het opladen is voltooid.
Het flitserlampje - Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de camera.
- De batterij is leeg.
De batterij opladen, De batterij
De camera kan niet scherpstellen.
Opnamen zijn onscherp.
- Gebruik de flitser.
Flitser - Schakel elektronische VR in.
Elektronische VR - Gebruik een statief om de camera te stabiliseren. Het tegelijkertijd gebruiken van de [Zelfontspanner] is effectiever.
Er worden heldere vlekken weergegeven in opnamen die zijn gemaakt met flitslicht.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Stel de [Flitser] in op [Flitser uit].
Flitser treedt niet in werking.
Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt bij bepaalde instellingen voor andere functies.
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt bij opnemen
Geen geluid wanneer de sluiter ontspant.
- [Geluiden veranderen] [Geluiden in- of uitschakelen] is ingesteld op [Geluiden uitschakelen] of [Kies een sluitergeluid] is ingesteld op [].
- Blokkeer de luidspreker niet.
De camerabody
AF-hulpverlichting licht niet op.
[AF-hulplicht] is ingesteld op [Uit]. De AF-hulpverlichting licht mogelijk niet op afhankelijk van de huidige instellingen, zelfs als [Automatisch] is geselecteerd.
Opnamen zijn vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief.
Reiniging en opslag
Kleuren zijn onnatuurlijk.
De tint is niet goed afgesteld.
Foto's van voedsel, Kleuren veranderen
Er verschijnen willekeurige heldere pixels (“ruis”) in de foto.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de ISO-gevoeligheidswaarde is te hoog. U kunt ruis verminderen door de flitser te gebruiken.
Flitser
Opnamen zijn te donker (onderbelicht).
- De [Flitser] is ingesteld op [Flitser uit].
- Het flitsvenster is afgedekt.
De camerabody - Het onderwerp is buiten het bereik van de flitser. Controleer het bereik van de flitser.
Specificaties - Pas de belichtingscompensatie aan.
Kleuren veranderen - Het onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht.
Beelden zijn te licht (overbelicht).
Pas de belichtingscompensatie aan.
Kleuren veranderen
Huidtinten worden niet verzacht.
- In bepaalde opnameomstandigheden kunnen huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
- Voor beelden met vier of meer gezichten kunt u [Huid mooier maken] in [Make-up toevoegen] proberen.
Het opslaan van beelden kost tijd.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de volgende situaties:
- Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief is, bijvoorbeeld bij het maken van opnamen in een donkere omgeving
- Als [Kies een stijl] is ingesteld op [Nachtscènes opnemen], [Reeks foto's maken], [Tegenlichtscènes opn.], [Neoneffect toevoegen] of [Cartooneffect toevoegen]
- Wanneer de functie Huid verzachten wordt toegepast tijdens de opname
Huid verzachten gebruiken
Er verschijnt een ringvormige strook of regenboogkleurige streep op het scherm of op beelden.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer een opname wordt gemaakt met een extreem heldere lichtbron (zoals de zon) in beeld, is het mogelijk dat een ringvormige strook of regenboogkleurige strepen (beeldschaduwen) in het beeld verschijnen. Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze buiten beeld valt en probeer nogmaals om de opname te maken.
Weergave, bewerken
Bestand kan niet worden weergegeven.
Kan niet op beeld inzoomen.
Kan geen berichten opnemen.
Beelden kunnen niet worden bewerkt.
Kan beeld niet draaien.
Kan beeld niet wissen.
Bestand kan niet worden weergegeven.
- Deze camera kan mogelijk geen beelden afspelen die zijn opgeslagen met een digitale camera van een ander merk of model.
- Met deze camera kunnen geen films worden afgespeeld die zijn opgenomen met een digitale camera van een ander merk of model.
- Deze camera kan mogelijk geen gegevens afspelen die zijn bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld inzoomen.
- Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films en bij beelden met een beeldformaat van 160 × 120 of kleiner.
- Zoomweergave kan niet worden gebruikt met beelden die zijn gemaakt door [Kleine planeet'-effect] of [Foto's buigen].
- Bij het bekijken van kleine beelden, komt de factor voor zoomweergave die wordt weergegeven mogelijk niet overeen met de daadwerkelijke zoomfactor voor het beeld.
- Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op beelden die zijn opgenomen met een digitale camera van een ander merk of model.
Kan geen berichten opnemen.
- Het is niet mogelijk om berichten toe te voegen aan films.
- Gebruik [Opnamen wissen] om het bericht te verwijderen voordat u een nieuw bericht opneemt.
- Het is niet mogelijk om berichten toe te voegen aan beelden die met een andere camera zijn opgenomen.
Beelden kunnen niet worden bewerkt.
- Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt. Beelden die al zijn bewerkt, kunnen niet opnieuw worden bewerkt.
Voordat u beelden gaat bewerken - Beelden kunnen niet worden bewerkt wanneer ze worden weergegeven met [Foto's met score bekijken], [Favorieten bekijken] of [Weergeven op datum].
- Beelden met een formaat van 640 × 480 of kleiner kunnen niet worden bewerkt met [Kleine afbeelding].
- Beelden met een beeldverhouding van 4:3 of kleiner kunnen niet worden bewerkt met [Kleine afbeelding].
- Er is niet voldoende vrije ruimte beschikbaar op de geheugenkaart of in het interne geheugen.
- Deze camera kan geen beelden bewerken die zijn vastgelegd met andere camera's.
- Bewerkingsfuncties die worden gebruikt voor beelden zijn niet beschikbaar voor films.
Kan beeld niet draaien.
Met deze camera kunnen geen beelden worden gedraaid die zijn gemaakt met een digitale camera van een ander merk of model.
Kan beeld niet wissen.
Televisies, printers, computers
Beelden kunnen niet worden weergegeven op de tv.
Het opstartscherm van PictBridge wordt niet weergegeven als de camera is verbonden met een printer.
Voor afdrukken gemarkeerde beelden worden niet weergegeven.
Kan het papierformaat niet selecteren in de camera.
Nikon Transfer 2 wordt niet gestart als de camera met een computer is verbonden.
Beelden kunnen niet worden weergegeven op de tv.
- Een computer of printer is verbonden met de camera.
- De geheugenkaart bevat geen beelden.
- Verwijder de geheugenkaart om beelden in het interne geheugen weer te geven.
De batterij of geheugenkaart verwijderen
Het opstartscherm van PictBridge wordt niet weergegeven als de camera is verbonden met een printer.
Als [Opladen via computer] is ingesteld op [Automatisch], wordt het opstartscherm van PictBridge mogelijk niet weergegeven en is het wellicht onmogelijk om beelden af te drukken op sommige printers die PictBridge ondersteunen. Stel [Opladen via computer] in op [Uit] en verbind de camera opnieuw met de printer.
Voor afdrukken gemarkeerde beelden worden niet weergegeven.
Kan het papierformaat niet selecteren in de camera.
De camera kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om het papierformaat te selecteren, zelfs niet bij afdrukken vanaf een printer die PictBridge ondersteunt. Gebruik de printer om het papierformaat te selecteren.
- De printer ondersteunt de door de camera bepaalde papierformaten niet.
- De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Nikon Transfer 2 wordt niet gestart als de camera met een computer is verbonden.
- De camera staat uit.
- De batterij is leeg.
Opladen via computer - De USB-kabel is niet correct aangesloten.
Beelden overdragen naar een computer met ViewNX-i - De camera wordt niet herkend door de computer.
- De computer is niet ingesteld op het automatisch starten van Nikon Transfer 2. Voor meer informatie over Nikon Transfer 2, raadpleegt u de help van ViewNX-i.
Smart-apparaten, SnapBridge-app
Zie “Verbinding maken met een smart-apparaat (SnapBridge)” en de online help van SnapBridge (https://nikonimglib.com/snbr/onlinehelp/nl/index.html).
Kan [Verbinden met smartapp.] niet selecteren.
Kan geen koppeling tot stand brengen met een smart-apparaat via [Verbinden met smartapp.].
Gekoppelde smart-apparaten worden niet automatisch verbonden via Bluetooth.
Er kunnen geen beelden worden geüpload naar een smart-apparaat dat is verbonden met de SnapBridge-app.
Het is niet mogelijk foto’s te downloaden in het oorspronkelijke formaat op het smart-apparaat dat is verbonden met de SnapBridge-app.
Afstand bediende fotografie is niet mogelijk vanaf een smart-apparaat dat is verbonden met de SnapBridge-app.
De communicatiekwaliteit is slecht of de uploadsnelheid voor beelden buitengewoon traag bij gebruik van een Wi-Fi-verbinding met de SnapBridge-app.
Kan [Verbinden met smartapp.] niet selecteren.
Kan geen koppeling tot stand brengen met een smart-apparaat via [Verbinden met smartapp.].
- Gebruik een voldoende opgeladen batterij.
- Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de camera.
- Koppel de HDMI-kabel of USB-kabel los.
- Stel het volgende in het menu Camera-instellingen [Menu Netwerk] in.
- [Vliegtuigmodus]: [Uit]
- [Bluetooth] [Netwerkverbinding]: [Inschakelen]
- Schakel Bluetooth in op het smart-apparaat.
Gekoppelde smart-apparaten worden niet automatisch verbonden via Bluetooth.
- Stel het volgende in het menu Camera-instellingen [Menu Netwerk] in.
- [Vliegtuigmodus]: [Uit]
- [Bluetooth] [Netwerkverbinding]: [Inschakelen]
- Als de camera met meerdere smart-apparaten is gekoppeld, selecteert u het smart-apparaat dat u wilt verbinden in het menu Camera-instellingen [Menu Netwerk] [Bluetooth] [Gekoppelde apparaten].
- Als meerdere camara's zijn geregistreerd in de SnapBridge-app, schakelt u over naar de camera die u wilt verbinden via de SnapBridge-app.
Er kunnen geen beelden worden geüpload naar een smart-apparaat dat is verbonden met de SnapBridge-app.
- U kunt alleen automatisch uploaden met de functie voor automatische koppeling als u bent verbonden via Bluetooth. Als u automatisch wilt uploaden, voert u de volgende instellingen uit.
- Menu Camera-instellingen [Menu Netwerk] [Automat. verzendopties] [Foto's]: [Aan]
- SnapBridge-app tabblad [Auto koppeling] [Automatisch downloaden]: Inschakelen
- Als het menu Camera-instellingen [Menu Netwerk] [Bluetooth] [Verzend. indien uitgesch.] is ingesteld op [Uit], wijzigt u de instelling in [Aan] of schakelt u de camera in.
- Als er een groot aantal beelden moet worden geüpload tijdens Bluetooth-communicatie, wordt de verbinding mogelijk verbroken tijdens het uploaden. Als u de camera uit- en vervolgens weer inschakelt, wordt de verbinding met het smart-apparaat hersteld.
Het uploaden wordt in de volgende situaties hervat nadat de camera opnieuw is verbonden. - Als het menu Camera-instellingen [Menu Netwerk] [Automat. verzendopties] [Foto's] is ingesteld op [Aan]
- Als beelden zijn gemarkeerd voor uploaden via het weergavemenu van de camera [Instellingen] [Markeren voor upload]
- Mogelijk kunt u geen beelden uploaden of wordt het uploaden geannuleerd terwijl de camera wordt bediend.
Het is niet mogelijk foto’s te downloaden in het oorspronkelijke formaat op het smart-apparaat dat is verbonden met de SnapBridge-app.
Voor [Automat. verzendopties] en [Markeren voor upload] in the camera worden foto’s geüpload in een beeldformaat van maximaal 2 megapixels. Als u foto’s in hun oorspronkelijke formaat wilt uploaden, gebruikt u [Foto’s downloaden] in de SnapBridge-app.
Afstand bediende fotografie is niet mogelijk vanaf een smart-apparaat dat is verbonden met de SnapBridge-app.
- U kunt geen afstand bediende fotografie gebruiken als er geen vrije ruimte beschikbaar is in het interne geheugen of op de geheugenkaart. Verwijder overbodige beelden of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte.
- Mogelijk kunt u geen afstand bediende fotografie uitvoeren terwijl de camera wordt bediend.
De communicatiekwaliteit is slecht of de uploadsnelheid voor beelden buitengewoon traag bij gebruik van een Wi-Fi-verbinding met de SnapBridge-app.
Probeer in het menu Camera-instellingen [Menu Netwerk] [Wi-Fi] [Netwerkinstellingen] [Kanaal] van kanaal te veranderen.