Kies hoe snel scherpstelling reageert zodra uw onderwerp het scherpstelpunt verlaat of als er iets voorbijkomt tussen het onderwerp en de camera in filmstand. Kies uit waarden tussen 7 (Laag) en 1 (Hoog). Hoe hoger de waarde, des te trager de reactie en des te minder aannemelijk is het dat u de scherpstelling op uw oorspronkelijke onderwerp verliest wanneer iets voorbijkomt tussen het onderwerp en de camera. Hoe lager de waarde, des te sneller de camera op het onderwerp reageert dat het scherpstelveld verlaat door de scherpstelling naar een nieuw onderwerp in hetzelfde gebied te schuiven.

A Persoonlijke instellingen: fijnafstelling camera-instellingen

a: Autofocus

b: Lichtmeting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/flits

f: Bediening

g: Film