Cameraweergaven
Ter illustratie worden de displays weergegeven met alle indicators verlicht.
De zoeker
| 17 |
HDR-indicator ( Hoog dynamisch bereik (HDR) ) |
|---|---|
| 18 |
Indicator belichtings-/flitsbracketing ( Belichting en flitsbracketing ) Witbalansbracketing-indicator ( Witbalansbracketing ) ADL-bracketingindicator ( ADL-bracketing ) |
| 19 |
Waarschuwing voor lage batterijspanning ( Batterijniveau ) |
| 20 |
ISO-gevoeligheidsindicator ( De gevoeligheid van de camera voor licht aanpassen (ISO-gevoeligheid) ) |
| 21 |
“k” (verschijnt wanneer er meer dan 1000 opnamen in het geheugen aanwezig zijn; geheugenkaartaanduidingen en aantal resterende opnamen ) |
| 22 |
Flitsgereedaanduiding 6 ( Een flitser op de camera gebruiken ) |
| 23 |
FV-vergrendelingsindicator ( FV-vergrendeling ) |
| 24 |
Flitssynchronisatie-indicator ( Sluitertijd vaststellen op de snelheidslimiet voor flitssynchronisatie ) |
| 25 |
Diafragmastop-indicator ( lenzen zonder CPU , Compatibele lenzen zonder CPU ) |
| 26 |
Belichtingsindicator Blootstelling ( Blootstellingsindicatoren ) Belichtingscompensatie ( Belichtingscompensatie ) Belichtings-/flitsbracketing ( Belichting en flitsbracketing ) Witbalansbracketing ( Witbalansbracketing ) ADL-bracketing ( ADL-bracketing ) |
| 27 |
Flitscorrectie-indicator ( Flitscompensatie ) |
| 28 |
Belichtingscompensatie-indicator ( Belichtingscompensatie ) |
| 29 |
Indicator automatische ISO-gevoeligheid ( Automatische ISO-gevoeligheidsregeling ) |
| 30 |
ISO-gevoeligheid ( De gevoeligheid van de camera voor licht aanpassen (ISO-gevoeligheid) ) Opname-indicator voor ingestelde witbalans ( zoekerfotografie ) Hoeveelheid actieve D-Lighting ( Actieve D-Lighting ) |
| 31 |
Aantal resterende opnamen ( geheugenkaartindicatoren en aantal resterende opnamen , Capaciteit geheugenkaart ) Aantal resterende opnamen voordat de geheugenbuffer vol raakt ( de geheugenbuffer , Capaciteit geheugenkaart ) Belichtingscompensatiewaarde ( Belichtingscompensatie ) Flitscorrectiewaarde ( Flitscompensatie ) PC-modusindicator ( Software ) |
-
Wordt weergegeven wanneer [ ] is geselecteerd voor persoonlijke instelling d10 [ ].
-
Kan worden weergegeven door op een knop te drukken waaraan [ ] is toegewezen met behulp van persoonlijke instelling f3 [ ].
-
Functioneert als rolindicator wanneer de camera wordt gedraaid om foto's te maken in "staande" (portret) richting.
-
Functioneert als een pitch-indicator wanneer de camera wordt gedraaid om foto's te maken in "staande" (portret) richting.
-
Wordt weergegeven in j modus of wanneer de Picture Control [ ] of een Picture Control gebaseerd op [ ] is geselecteerd.
-
Wordt weergegeven wanneer een optionele flitser is bevestigd. De flitsgereedaanduiding licht op wanneer de flitser is opgeladen.
Het informatiescherm
| 10 |
Aantal resterende opnamen ( geheugenkaartindicatoren en aantal resterende opnamen , Capaciteit geheugenkaart ) PC-modusindicator ( Software ) |
|---|---|
| 11 |
Belichtingsindicator Blootstelling ( Blootstellingsindicatoren ) Belichtingscompensatie ( Belichtingscompensatie ) Belichtings-/flitsbracketing ( Belichting en flitsbracketing ) Witbalansbracketing ( Witbalansbracketing ) ADL-bracketing ( ADL-bracketing ) |
| 12 |
ISO-gevoeligheid ( De gevoeligheid van de camera voor licht aanpassen (ISO-gevoeligheid) ) |
| 13 |
ISO-gevoeligheidsindicator ( De gevoeligheid van de camera voor licht aanpassen (ISO-gevoeligheid) ) Indicator automatische ISO-gevoeligheid ( Automatische ISO-gevoeligheidsregeling ) |
| 14 |
FV-vergrendelingsindicator ( FV-vergrendeling ) |
| 15 |
Automatische belichtingsvergrendeling (AE) ( Automatische belichtingsvergrendeling ) |
| 16 |
Flitscorrectie-indicator ( Flitscompensatie ) |
| 17 |
Belichtingscompensatie-indicator ( Belichtingscompensatie ) Belichtingscompensatiewaarde ( Belichtingscompensatie ) |
| 1 |
Bluetooth verbindingsindicator ( Verbinden met smartapparaat ) Vliegtuigmodus ( Vliegtuigmodus ) |
|---|---|
| 2 |
Wi-Fi-verbindingsindicator ( Verbinden met pc ) |
| 3 |
Indicator voor ruisonderdrukking bij lange belichtingstijd ( Ruisonderdrukking lange belichting ) |
| 4 |
Vignetcontrole-indicator ( Vignetcontrole ) |
| 5 |
Elektronische sluiter op het eerste gordijn ( d5: Elektronische sluiter op het voorgordijn ) |
| 6 |
Belichtingsvertragingsmodus ( d4: Belichtingsvertragingsmodus ) |
| 7 |
Intervaltimer-indicator ( Foto's maken met een ingesteld interval (intervalopname) ) t (“klok niet ingesteld”) indicator ( het t pictogram ) |
|---|---|
| 8 |
Flitserregelingsmodus ( Flitsbedieningsmodus ) |
| 9 |
“Beep”-indicator ( Piep Opties ) |
| 10 |
Batterij-indicator ( batterijniveau ) |
| 11 |
i menuweergavegebied ( De i knop (het i menu) ) |
| 12 |
Gids |
Een knipperend t pictogram geeft aan dat de cameraklok opnieuw is ingesteld. De datum en tijd die bij nieuwe foto's zijn vastgelegd, zullen niet correct zijn; gebruik de optie [ ] > [ ] in het setup-menu om de klok op de juiste tijd en datum in te stellen.
Om het
i
menu te openen, drukt u op de
i
knop of tikt u op de gids in het informatiescherm. Druk nogmaals op de
i
knop of druk op de
R
knop om terug te keren naar het informatiescherm wanneer de instellingen zijn voltooid.
Live View (stilstaande fotografie/films)
Nog steeds fotografie
| 1 |
Opnamemodus ( Een opnamemodus kiezen ) |
|---|---|
| 2 |
Flexibele programma-indicator ( Flexibel programma ) |
| 3 |
Modus gebruikersinstellingen ( Gebruikersinstellingen: U1- en U2-modi ) |
| 4 |
AF-veldhaakjes ( Foto's kadreren op de monitor (Live View) ) |
| 5 |
Flash-modus ( De N ( Y )-knop , Flitsmodi ) |
| 6 |
Intervaltimer-indicator ( Foto's maken met een ingesteld interval (intervalopname) ) t (“klok niet ingesteld”) indicator ( het t pictogram ) Indicator “Geen geheugenkaart” ( geen geheugenkaart geplaatst ) |
| 7 |
AF met onderwerp volgen ( Onderwerp volgen AF ) |
| 8 |
Autofocusmodus ( Live View-fotografie ) |
| 9 |
AF-veldstand ( Live View-fotografie ) |
| 10 |
Actieve D-Lighting ( Actieve D-Lighting ) |
| 11 |
Picture Control ( Beeldverwerking (Beeldinstellingen) ) |
| 12 |
Locatiegegevensindicator ( Locatiegegevens ) |
| 13 |
Witbalans ( Natuurlijke kleuren bereiken met verschillende lichtbronnen (witbalans) ) |
| 14 |
Beeldkwaliteit ( Beeldkwaliteit aanpassen ) |
| 15 |
Beeldgebied ( Beeldveldinstellingen aanpassen ) |
| 16 |
Afbeeldingsgrootte ( Een beeldformaat kiezen ) |
| 17 |
Belichtingsaanpassing negatieve filmdigitalisator ( Filmnegatieven fotograferen (negatieve digitizer) ) |
| 18 |
i icoon ( De i knop (het i menu) ) |
| 19 |
Indicator voor belichting en flitsbracketing ( Belichting en flitsbracketing ) Witbalansbracketing-indicator ( Witbalansbracketing ) ADL-bracketingindicator ( ADL-bracketing ) HDR-indicator ( Hoog dynamisch bereik (HDR) ) Meervoudige belichtingsindicator ( Meerdere belichtingen combineren in één enkele foto (Meervoudige belichting) ) |
| 20 |
Positie van huidig beeld in belichtings-/flitsbracketingreeks ( Belichting en flitsbracketing ) Positie van huidig beeld in reeks witbalansbracketing ( Witbalansbracketing ) Positie van huidig frame in ADL-bracketingreeks ( ADL-bracketing ) Aantal belichtingen (meervoudige belichting; meerdere belichtingen combineren in één foto (meervoudige belichting) ) |
| 21 |
Belichtingsindicator Blootstelling ( Blootstellingsindicatoren ) Belichtingscompensatie ( Belichtingscompensatie ) Auto-bracketing ( Variërende belichting of witbalans over een reeks foto's (bracketing) |
| 22 |
Bluetooth verbindingsindicator ( Verbinden met smartapparaat ) Vliegtuigmodus ( Vliegtuigmodus ) |
| 23 |
Flitsgereedaanduiding * ( Een flitser op de camera gebruiken ) |
-
Wordt weergegeven wanneer een optionele flitser is bevestigd. De flitsgereedaanduiding licht op wanneer de flitser is opgeladen.
-
Als de cameratemperatuur te hoog wordt, worden er een temperatuurwaarschuwing en een afteltimer weergegeven. Wanneer de timer nul bereikt, wordt de monitor uitgeschakeld.
-
De timer wordt rood wanneer de dertig secondenmarkering is bereikt. In sommige gevallen wordt de timer mogelijk onmiddellijk weergegeven nadat de camera is ingeschakeld.
Filmen
| 1 |
Opname-indicator ( Films opnemen ( b modus) ) Indicator “Geen film” ( aandachtspunten bij het opnemen van films ) |
|---|---|
| 2 |
Externe opnamebediening ( Aansluiten op HDMI recorders ) N-Log-indicator ( Aansluiten op HDMI recorders ) |
| 3 |
Framegrootte en snelheid/beeldkwaliteit ( Framegrootte/Framesnelheid en filmkwaliteit ) |
| 4 |
Overgebleven tijd ( Films opnemen ( b modus) ) |
| 5 |
Tijdcode ( Tijdcode ) |
| 6 |
Bestandsnaam ( Bestandsnaamgeving ) |
| 7 |
Vermindering van windgeruis ( Vermindering van windruis ) |
| 8 |
Koptelefoonvolume ( Koptelefoonvolume ) |
|---|---|
| 9 |
Ontspanmodus (stilstaande fotografie; foto's maken tijdens filmen ) |
| 10 |
Geluidsniveau ( Films opnemen ( b modus) ) |
| 11 |
Microfoongevoeligheid ( Microfoongevoeligheid ) |
| 12 |
Frequentierespons ( Frequentierespons ) |
| 13 |
Elektronische VR-indicator ( Elektronische VR ) |
Het Configuratiescherm
| 1 |
Sluitertijd ( S (sluiterprioriteit automatisch) , M (handmatig) ) |
|---|---|
| 2 |
Diafragmastop-indicator ( lenzen zonder CPU , Compatibele lenzen zonder CPU ) |
| 3 |
Diafragma ( A (Automatisch diafragmavoorkeuze) , M (handmatig) ) |
| 4 |
Pictogram geheugenkaart (sleuf 1; geheugenkaartindicatoren en aantal resterende opnamen ) |
| 5 |
Pictogram geheugenkaart (sleuf 2; geheugenkaartindicatoren en aantal resterende opnamen ) |
| 6 |
“k” (verschijnt wanneer er meer dan 1000 opnamen in het geheugen aanwezig zijn; geheugenkaartaanduidingen en aantal resterende opnamen ) |
| 7 |
Aantal resterende opnamen ( geheugenkaartindicatoren en aantal resterende opnamen , Capaciteit geheugenkaart ) PC-modusindicator ( Software ) |
|---|---|
| 8 |
ISO-gevoeligheid ( De gevoeligheid van de camera voor licht aanpassen (ISO-gevoeligheid) ) Autofocus-modus ( Autofocus-modus ) |
| 9 |
Batterij-indicator ( batterijniveau ) |
| 10 | |
| 11 |
ISO-gevoeligheidsindicator ( De gevoeligheid van de camera voor licht aanpassen (ISO-gevoeligheid) ) Indicator automatische ISO-gevoeligheid ( Automatische ISO-gevoeligheidsregeling ) |
| 1 |
Bluetooth verbindingsindicator ( Verbinden met smartapparaat ) |
|---|---|
| 2 |
Wi-Fi verbindingsindicator ( Verbinden met pc ) |
| 3 |
Kleurtemperatuur ( Een kleurtemperatuur kiezen ) |
| 4 |
Meervoudige belichtingsindicator ( Meerdere belichtingen combineren in één enkele foto (Meervoudige belichting) ) |
| 5 |
Flitscorrectie-indicator ( Flitscompensatie ) |
| 6 |
Belichtingscompensatie-indicator ( Belichtingscompensatie ) |
|---|---|
| 7 |
B (“klok niet ingesteld”) indicator ( het B (“Klok niet ingesteld”) pictogram ) |
| 8 |
Bracketing-indicator ( Variërende belichting of witbalans over een reeks foto's (bracketing) |
| 9 |
Belichtingsindicator Blootstelling ( Blootstellingsindicatoren ) Belichtingscompensatie ( Belichtingscompensatie ) Belichtings-/flitsbracketing ( Belichting en flitsbracketing ) Witbalansbracketing ( Witbalansbracketing ) ADL-bracketing ( ADL-bracketing ) |
| 10 |
Flitssynchronisatie-indicator ( Sluitertijd vaststellen op de snelheidslimiet voor flitssynchronisatie ) |

