Gegevens vastleggen voor niet-CPU-lenzen die zijn bevestigd met een optionele montageadapter. Door de brandpuntsafstand en het maximale diafragma van een niet-CPU-lens in de camera te registreren, kunt u deze gegevens weergeven als opnamegegevens.
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| [ Lensnummer ] | Kies een lensidentificatie. |
| [ Brandpuntsafstand (mm) ] | Voer de brandpuntsafstand in. |
| [ Maximale diafragma ] | Voer het maximale diafragma in. |
| [ Lensnaam ] | Registreer de lensnaam. Namen kunnen maximaal 36 tekens lang zijn. De geregistreerde lensnaam wordt vastgelegd in de Exif-informatie van foto's die met de lens zijn genomen. |
