Compatibele objectieven
(PDF; 47,7 KB)

CPU- en G-, E- en D-type objectieven herkennen

Het is raadzaam CPU-objectieven (voornamelijk type G, E en D) te gebruiken, maar merk op dat IX-NIKKOR-objectieven niet geschikt zijn. CPU-objectieven kunt u herkennen aan de aanwezigheid van CPU-contacten, G-, E- en D-type objectieven aan een letter op de objectiefvatting. G- en E-type objectieven zijn niet uitgerust met een diafragmaring.

CPU-contacten

CPU-objectief

G/E-type objectief

Diafragmaring

D-type objectief

F-waarde objectief

De f-waarde in objectiefnamen staat voor het maximaal diafragma van het objectief.

Compatibele objectieven zonder CPU

Objectief zonder CPU (0 Objectieven zonder CPU) kan worden gebruikt om vele functies beschikbaar voor de CPU-objectieven in te schakelen, inclusief kleurenmatrixmeting; als er geen gegevens beschikbaar zijn, wordt centrumgerichte meting gebruikt in plaats van kleurenmatrixmeting, als het maximale diafragma niet beschikbaar is, toont de diafragmaweergave van de camera het aantal stops van het maximale diafragma en de werkelijke diafragmawaarde moet van de diafragmaring worden afgelezen.

Niet-compatibele accessoires en objectieven zonder CPU

Het volgende kan niet worden gebruikt voor de D850:

  • TC-16A AF teleconverter
  • Niet-AI-objectieven
  • Objectieven die de AU-1 scherpsteleenheid (400mm f/4.5, 600mm f/5.6, 800mm f/8, 1.200mm f/11) vereisen
  • Fisheye (6mm f/5.6, 7,5mm f/5.6, 8mm f/8, OP 10mm f/5.6)
  • 2,1cm f/4
  • Tussenring K2
  • 180–600mm f/8 ED (serienummers 174041–174180)
  • 360-1200mm f/11 ED (serienummers 174031-174127)
  • 200–600mm f/9.5 (serienummers 280001–300490)
  • AF-objectieven voor de F3AF (AF 80mm f/2.8, AF 200mm f/3.5 ED, AF-teleconverter TC-16)
  • PC 28mm f/4 (serienummer 180900 of eerder)
  • PC 35mm f/2.8 (serienummers 851001–906200)
  • PC 35mm f/3.5 (oud model)
  • Reflex 1.000mm f/6.3 (oud model)
  • Reflex 1.000mm f/11 (serienummers 142361–143000)
  • Reflex 2.000mm f/11 (serienummers 200111–200310)

VR-objectieven

De hieronder vermelde objectieven worden niet aanbevolen voor lange tijdopnamen of foto’s gemaakt bij hoge ISO-gevoeligheden, aangezien door het ontwerp van het besturingssysteem van de vibratiereductie (VR) de gemaakte foto’s kunnen worden ontsierd door waas. We raden u aan vibratiereductie uit te schakelen bij het gebruik van andere VR-objectieven.

  • AF-S VR Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6G IF-ED
  • AF-S VR Zoom-Nikkor 70-200mm f/2.8G IF-ED
  • AF-S VR Zoom-Nikkor 70-300mm f/4.5–5.6G IF-ED
  • AF-S VR Nikkor 200mm f/2G IF-ED
  • AF-S VR Nikkor 300mm f/2.8G IF-ED
  • AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR
  • AF-S NIKKOR 24-120mm f/4G ED VR
  • AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR
  • AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR
  • AF-S NIKKOR 500mm f/4G ED VR
  • AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED
  • AF-S DX NIKKOR 16–85mm f/3.5–5.6G ED VR
  • AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II
  • AF-S DX Micro NIKKOR 85mm f/3.5G ED VR
  • AF-S DX NIKKOR 55-300mm f/4.5–5.6G ED VR

De beeldhoek berekenen

De camera kan worden gebruikt met Nikon-objectieven voor 35 mm (135)-formaat camera’s. Als een 35 mm-formaat objectief wordt bevestigd, zal de beeldhoek hetzelfde zijn als het beeld van een 35 mm-film (35,9 × 23,9 mm).

Indien gewenst, kan de optie Beeldveld in het foto-opnamemenu worden gebruikt om een beeldhoek te kiezen die afwijkt van de beeldhoek van het huidige objectief. Als een 35 mm-formaat wordt bevestigd, kunt u de beeldhoek verkleinen met 1,5× of 1,2× door DX (24×16) of 1,2× (30×20) te selecteren om een kleiner veld te belichten, of wijzig de beeldverhouding door 5: 4 (30×24) of 1: 1× (24×24) te selecteren. De groottes van de velden belicht door verschillende beeldveldopties worden hieronder getoond.

1 Objectief
2 FX (36×24) fotoformaat (35,9 × 23,9 mm, gelijk aan 35 mm-formaat camera)
3 1,2× (30×20) fotoformaat (29,9 × 19,9 mm)
4 DX (24×16) fotoformaat (23,5 × 15,7 mm, gelijk aan DX-formaat camera)
5 Beelddiagonaal
6 Beeldhoek (FX (36×24); 35 mm-formaat)
7 Beeldhoek (1,2× (30×20))
8 Beeldhoek (DX (24×16); DX-formaat)
9 5 : 4× (30×24) fotoformaat (29,9 × 23,9 mm)
10 1 : 1× (24×24) fotoformaat (23,9 × 23,9 mm)
11 Beeldhoek (5 : 4 (30×24))
12 Beeldhoek (1 : 1 (24×24))

De DX (24×16) beeldhoek is ongeveer 1,5 keer kleiner dan de 35 mm-formaat beeldhoek, terwijl de 1,2× (30×20) beeldhoek ongeveer 1,2 keer kleiner is en de 5 : 4 (30×24) beeldhoek ongeveer 1,1 keer kleiner is, en de 1 : 1 (24×24) beeldhoek ongeveer 1,3 keer kleiner is. Om de brandpuntsafstand van objectieven in 35 mm-formaat te berekenen, vermenigvuldig de brandpuntsafstand van het objectief met ongeveer 1,5 wanneer DX (24×16) is geselecteerd, met ongeveer 1,2 wanneer 1.2× (30×20) is geselecteerd, met ongeveer 1,1 wanneer 5 : 4 (30×24) is geselecteerd of met ongeveer 1,3 wanneer 1 : 1 (24×24) is geselecteerd (bijvoorbeeld de effectieve brandpuntsafstand van een 50 mm-objectief in 35 mm-formaat zal circa 75 mm zijn wanneer DX (24×16) is geselecteerd, 60 mm wanneer 1,2× (30×20) is geselecteerd, 55 mm wanneer 5 : 4 (30×24) is geselecteerd of 65 mm wanneer 1 : 1 (24×24) is geselecteerd).