Focus-shift, die de scherpstelling voor een serie opnamen automatisch afwisselt, wordt gebruikt om foto’s te maken die later worden gecombineerd met behulp van focuscombinatie om één enkel beeld met verhoogde scherptediepte te maken. Kies, voordat u focus-shift gebruikt, een scherpstelstand AF-S of AF-C en een andere ontspanstand dan Zelfontspanner (E).

Als u Opname met focus-shift selecteert, worden de onderstaande opties weergegeven.

  • Starten: Start de opname. De camera verandert de scherpstelafstand met de geselecteerde hoeveelheid voor elke opname.
  • Aantal opn.: Kies het aantal opnamen (maximaal 300).
  • Breedte focusstap: Kies de mate van verandering van de scherpstelafstand voor elke opname.
  • Interval tot volgende opname: de tijd tussen opnamen, in seconden. Selecteer 00 om foto’s te maken bij maximaal circa 5,5 bps.
  • Belichting vergrendelen op 1e beeld: Als Aan is geselecteerd, vergrendelt de camera de belichting voor alle beelden bij de instelling voor het eerste beeld.
  • Beeld met gecombin. peakinginfo: Als Maken is geselecteerd, gebruikt de camera focus-peaking om een zwart-witvoorbeeldcombinatie te maken die na de opname kan worden gebruikt om de scherpstelling te controleren.
  • Stil fotograferen: Selecteer Aan om de sluiter stil te laten zijn tijdens het fotograferen.
  • Opslagmap voor nieuwe opname: Markeer opties en druk op 2 om te selecteren of deselecteren. Kies Nieuwe map om een nieuwe map voor elke nieuwe reeks te maken, Bestandsnummering terugzetten om bestandsnummering naar 0001 terug te zetten wanneer een nieuwe map wordt aangemaakt.

Fotografie met focus-shift

Vóór het opnemen

Maak, voordat u begint met focus-shiftfotografie, een testopname met de huidige instellingen en bekijk de resultaten. Zorg ervoor dat de accu van de camera volledig is opgeladen, zodat het fotograferen niet wordt onderbroken. Laad bij twijfel de accu voor gebruik op of gebruik een lichtnetadapter en stroomaansluiting (apart verkrijgbaar).

  1. Selecteer Opname met focus-shift.

    Markeer Opname met focus-shift in het foto-opnamemenu en druk op 2.

    Focus-shiftopties worden weergegeven.

  2. Pas instellingen voor focus-shift aan.

    Pas de volgende instellingen aan:

    • Aantal opn.: Kies het aantal opnamen.

      Markeer Aantal opn. en druk op 2.

      Kies het aantal opnamen en druk op J.

    • Breedte focusstap: Kies de mate van verandering van de scherpstelafstand voor elke opname.

      Markeer Breedte focusstap en druk op 2.

      Druk op 4 om de breedte van de focusstap te verminderen, op 2 om te vergroten. Druk op J om verder te gaan.

      Omdat de scherptediepte wordt verminderd bij korte scherpstelafstanden, is het raadzaam kleinere scherpstelstappen te kiezen en het aantal opnamen te verhogen bij het fotograferen van onderwerpen dicht bij de camera.

    • Interval tot volgende opname: Kies het interval tussen opnamen.

      Markeer Interval tot volgende opname en druk op 2.

      Kies het interval (in seconden) en druk op J.

      Kies, om de juiste belichting te garanderen bij het gebruik van een flitser, een interval dat lang genoeg is om de flitser te laden.

    • Belichting vergrendelen op 1e beeld: Schakel belichtingsvergrendeling in of uit.

      Markeer Belichting vergrendelen op 1e beeld en druk op 2.

      Markeer een optie en druk op J.

    • Beeld met gecombin. peakinginfo: Schakel Beeld met gecombin. peakinginfo in of uit.

      Markeer Beeld met gecombin. peakinginfo en druk op 2.

      Markeer een optie en druk op J.

    • Stil fotograferen: Schakel stil fotograferen in of uit.

      Markeer Stil fotograferen en druk op 2.

      Markeer een optie en druk op J.

    • Opslagmap voor nieuwe opname: Kies mapopties voor een nieuwe opname.

      Markeer Opslagmap voor nieuwe opname en druk op 2.

      Markeer opties en druk op 2 om te selecteren of deselecteren. Druk op J om verder te gaan.

  3. Start de opname.

    Markeer Starten en druk op J. De opname start na ongeveer 3 sec. De weergave schakelt uit en de camera maakt foto’s bij het geselecteerde interval, startend bij de scherpstelafstand geselecteerd bij aanvang van de opname en vordert richting oneindig met de geselecteerde scherpstelafstandstap voor elke opname. De opname stopt wanneer het geselecteerde aantal opnamen is gemaakt of scherpstelling oneindig bereikt. Om de opname te beëindigen voordat alle foto’s zijn gemaakt, drukt u de ontspanknop half in of drukt u tussen opnamen op de J-knop.

Diafragma

Kies, om het verlies van definitie te voorkomen dat kan optreden bij kleinere diafragma’s, een diafragma met een f-nummer lager dan f/11–f/8.

Tijdens opname

Tijdens fotografie met focus-shift schakelt de ontspanstandaanduiding in het bedieningspaneel uit en zal het toegangslampje van de geheugenkaart knipperen. Ongeacht de optie geselecteerd voor Persoonlijke instelling c3 (Uitschakelvertraging) > Stand-by-timer zal de stand-by-timer niet aflopen tijdens opname. Merk op dat het veranderen van camera-instellingen terwijl fotografie met focus-shift gaande is, ervoor kan zorgen dat de opname stopt. De opname stopt als de scherpstelling wordt aangepast tijdens de opname.

Beeld met gecombin. peakinginfo

Tijdens weergave verschijnt een p-pictogram op foto’s die zijn gemaakt met Maken geselecteerd voor Beeld met gecombin. peakinginfo, aanduidend dat een voorbeeld van de focuscombinatie kan worden weergegeven door op de i-knop te drukken en Beeld m. gecombin. peakinginfo weerg. te selecteren. De in het wit weergegeven gebieden zullen scherp in beeld zijn wanneer de foto’s worden gecombineerd. Voorbeelden van focuscombinaties kunnen alleen worden bekeken op de camera die wordt gebruikt om ze te maken.

Fotografie met focus-shift

Kies, als u een flitser gebruikt, een interval langer dan de tijd die nodig is voor de flitser om te laden. Als het interval te kort is, is het mogelijk dat de flitser flitst met minder vermogen dan nodig is voor volledige belichting. Focus-shift kan niet worden gecombineerd met bepaalde camerafuncties, inclusief, filmopname, time-lapse-films, bracketing, de zelfontspanner, lange tijdopnamen (bulb- of tijdfotografie), HDR (hoog dynamisch bereik), meervoudige belichting en intervalfotografie. Omdat de sluitertijd en tijd die nodig is om beelden vast te leggen van de ene naar de andere opname kan variëren, kan ook de tijd tussen het einde van één interval en het begin van het volgende variëren. Als de opname niet kan worden voortgezet bij de huidige instellingen (als sluitertijd bijvoorbeeld is ingesteld op Bulb of Time (Tijd)) wordt een waarschuwing weergegeven.

Stil fotograferen

Het selecteren van Aan voor Stil fotograferen schakelt sommige camerafuncties uit, inclusief:

  • ISO-gevoeligheden van Hi 0,3 tot en met Hi 2
  • Flitserfotografie
  • Belichtingsvertragingsstand
  • Flikkerreductie