Gebruikersinstellingen opslaan
-
Selecteer een stand.
Draai de standknop naar de gewenste stand.
-
Pas instellingen aan.
Pas de gewenste aanpassingen toe op flexibel programma (stand P), sluitertijd (standen S en M), diafragma (standen A en M), belichting en flitscorrectie, flitsstand, scherpstelpunt, lichtmeting, autofocus en AF-veldstanden, bracketing en instellingen in de foto-opname-, fillmopname- en Persoonlijke instellingen-menu’s.
-
Selecteer Gebruikersinstellingen opslaan.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Gebruikersinstellingen opslaan in het setup-menu en druk op 2.
-
Selecteer Opslaan in U1 of Opslaan in U2.
Markeer Opslaan in U1 of Opslaan in U2 en druk op 2.
-
Sla gebruikersinstellingen op.
Markeer Instellingen opslaan en druk op J om de instellingen geselecteerd in Stap 1 en 2 toe te wijzen aan de standknoppositie geselecteerd in Stap 4.
Gebruikersinstellingen
Het volgende kan niet worden opgeslagen in U1 of U2.
Foto-opnamemenu:
- Opslagmap
- Kies beeldveld
- Picture Control beheren
- Afstandsbedieningsstand (ML-L3)
- Meervoudige belichting
- Intervalopname
Filmopnamemenu:
- Kies beeldveld
- Picture Control beheren
- Time-lapse-film
Persoonlijke instellingen-menu:
- a10 (Handm. scherpstelring in AF-st.)
- d9 (Optische VR)