Actieve D-Lighting

Met Actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen behouden voor foto’s met een natuurlijk contrast. Gebruik deze functie voor onderwerpen met een hoog contrast, bijvoorbeeld wanneer u vanuit een deur of raam een helder verlicht buitentafereel fotografeert of wanneer u op een zonnige dag foto’s maakt van onderwerpen in de schaduw. Deze functie werkt het best in combinatie met matrixmeting (0 Lichtmeting).

Actieve D-Lighting uit

Actieve D-Lighting: Y Automatisch

“Actieve D-Lighting” versus “D-Lighting”

De Actieve D-Lighting-opties in de foto- en filmopnamemenu’s passen de belichting aan die voorafgaat aan de opname om zo het dynamische bereik te optimaliseren, terwijl de optie D-Lighting in het retoucheermenu (0 D-Lighting) schaduwen in beelden na de opname helderder maakt.

Om Actieve D-Lighting te gebruiken:

  1. Selecteer Actieve D-Lighting.

    Markeer Actieve D-Lighting in het foto-opnamemenu en druk op 2.

  2. Kies een optie.

    Markeer de gewenste optie en druk op J. Als Y Automatisch is geselecteerd, past de camera automatisch Actieve D-Lighting aan de opnameomstandigheden aan (in stand M is Y Automatisch echter gelijk aan QNormaal).

Actieve D-Lighting

Ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) kunnen in foto’s verschijnen die met Actieve D-Lighting zijn gemaakt. Er kunnen onregelmatige schaduwen zichtbaar zijn bij sommige onderwerpen. Actieve D-Lighting is niet van toepassing op hoge ISO-gevoeligheden (Hi 0,3-Hi 5).

Actieve D-Lighting en films

Als Zelfde als foto-instellingen is geselecteerd voor Actieve D-Lighting in het filmopnamemenu en Automatisch is geselecteerd in het foto-opnamemenu, worden films bij een instelling opgenomen die gelijk is aan Normaal. Actieve D-Lighting is niet van toepassing op het beeldformaat 3.840 × 2.160.

Zie ook

Voor meer informatie over Actieve D-Lighting afwisselen voor een reeks foto’s, zie “Bracketing” (0 ADL-bracketing).

Hoog dynamisch bereik (HDR)

Gebruikt met contrastrijke onderwerpen, behoudt High Dynamic Range (HDR) details in hoge lichten en schaduwen door twee opnamen te combineren die bij verschillende belichtingen zijn vastgelegd. HDR is het meest effectief bij gebruik met matrixmeting (0 Lichtmeting; met spotmeting of centrumgerichte meting en een objectief zonder CPU is de sterkte van Automatisch gelijk aan Normaal). Het kan niet worden gebruikt voor het vastleggen van NEF (RAW)-afbeeldingen. Flitslicht, bracketing (0 Bracketing), meervoudige belichting (0 Meervoudige belichting) en time-lapse-fotografie (0 Time-lapse-film) kunnen niet worden gebruikt terwijl HDR in werking is en sluitertijden van A en % zijn niet beschikbaar.

Eerste belichting (donkerder)

+

Tweede belichting (helderder)

Gecombineerd HDR-beeld

  1. Selecteer HDR (hoog dynam. bereik).

    Markeer HDR (hoog dynam. bereik) in het foto-opnamemenu en druk op 2.

  2. Selecteer een stand.

    Markeer HDR-stand en druk op 2.

    Markeer een van de volgende opties en druk op J.

    • Om een reeks HDR-foto’s te maken, selecteer 6 Aan (reeks). HDR-opname wordt voortgezet totdat u Uit selecteert voor HDR-stand.
    • Om één HDR-foto te maken, selecteer Aan (één foto). Normaal fotograferen wordt automatisch hervat nadat u één HDR-foto hebt gemaakt.
    • Om af te sluiten zonder nog meer HDR-foto’s te maken, selecteer Uit.

    Als Aan (reeks) of Aan (één foto) is geselecteerd, wordt een l-pictogram in de zoeker weergegeven.

  3. Kies de HDR-sterkte.

    Markeer HDR-sterkte en druk op 2 om het verschil in belichting tussen de twee opnamen (HDR-sterkte) te kiezen.

    Markeer de gewenste optie en druk op J. Als Automatisch is geselecteerd, zal de camera automatisch de HDR-sterkte aanpassen aan de scène.

  4. Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto.

    De camera maakt twee opnamen wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. l j knippert in het bedieningspaneel en l l in de zoeker terwijl de afbeeldingen worden gecombineerd; er kunnen geen foto’s worden gemaakt totdat het vastleggen is voltooid. Ongeacht de momenteel geselecteerde optie voor de ontspanstand, wordt er slechts één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.

    Als Aan (reeks) is geselecteerd, wordt HDR alleen uitgeschakeld wanneer Uit is geselecteerd voor HDR-stand; als Aan (één foto) is geselecteerd, wordt HDR automatisch uitgeschakeld nadat de foto is gemaakt. Het l-pictogram verdwijnt uit de weergave zodra de HDR-opname eindigt.

HDR-foto’s kadreren

De randen van het beeld zullen worden uitgesneden. De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen als de camera of het onderwerp beweegt tijdens het fotograferen. Gebruik van een statief wordt aanbevolen. Afhankelijk van het onderwerp is het effect mogelijk niet zichtbaar, verschijnen er mogelijk schaduwen rondom heldere objecten of verschijnen er mogelijk halo’s rondom donkere objecten. Er kunnen onregelmatige schaduwen zichtbaar zijn bij sommige onderwerpen.

De BKT-knop

Als HDR (hoog dynamisch bereik) is geselecteerd voor Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing) > BKT-knop + y (0 Aangepaste knoptoewijzing), dan kunt u de HDR-stand selecteren door op de BKT-knop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te draaien, en de sterkte door op de BKT-knop te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien. De stand en sterkte worden in het bedieningspaneel getoond: de pictogrammen die de stand afbeelden zijn 5 voor Uit, B voor Aan (één foto) en 6 voor Aan (reeks), en de pictogrammen die de sterkte afbeelden zijn & voor Automatisch, 7 voor Extra hoog, 8 voor Hoog, 9 voor Normaal en ! voor Laag.

Intervalfotografie

Als Aan (reeks) is geselecteerd voor HDR-stand voordat intervalopname begint, dan blijft de camera HDR-foto’s maken bij het geselecteerde interval (als Aan (één foto) is geselecteerd, eindigt de intervalopname na één foto).